Vijf vragen en antwoorden over zeespiegelstijging in het IPCC rapport

Share this:
  • twitter icon
  • facebook icon
09 september 2021

Door Aimée Slangen

Afgelopen 9 augustus werd het nieuwste IPCC klimaatrapport van de Verenigde Naties gepubliceerd. In dit rapport worden de bevindingen uit ruim 14,000 wetenschappelijke artikelen aan klimaatonderzoek samengebracht en met elkaar vergeleken. Het vuistdikke rapport is gedurende 3 jaar meerdere malen bekeken door wetenschappers en overheden, wat in totaal meer dan 78,000 commentaren opleverde. Aan het rapport schreven 234 klimaatwetenschappers van over de hele wereld mee. De KNVWS vroeg onderzoeker dr. Aimée Slangen als een van de Nederlandse auteurs én hoofdauteur van het hoofdstuk over zeespiegelstijging om een korte toelichting.

In Nederland zijn de gevolgen van klimaatverandering al merkbaar. Niet alleen wetenschappers maar ook weeramateurs zijn in staat om de trends in langjarige meetreeksen vast te leggen en opgetreden weerextremen te meten. Minder direct zijn de geleidelijke gevolgen die optreden als gevolg van een veranderend klimaat in de vorm van zeespiegelstijging. En dat is iets dat in een waterrijk land als Nederland, met ruim 500 kilometer aan kustlijn, ook merkbaar zal gaan worden.

1. Wat veroorzaakt zeespiegelstijging?

Zeespiegelstijging wordt veroorzaakt door de opwarming van het klimaat. Het is een soort thermometer van klimaatverandering, omdat er zo veel belangrijke processen in samen komen. Warmer oceaanwater zet uit en daardoor komt de zeespiegel hoger te staan. Ook komt er smeltend landijs van gletsjers en ijskappen in de oceaan terecht waardoor de zeespiegel stijgt. Daarnaast wordt er grondwater opgepompt voor bijvoorbeeld consumptie en irrigatie, en ook dit water komt uiteindelijk in de oceaan terecht.

Overzicht van de processen en componenten van de oceanen, cryosfeer en zeespiegel die de onderzoekers onder meer betrokken in hun analyse van zeespiegelstijging. Figuur uit het IPCC AR6 rapport.

2. Wat is er veranderd sinds het vorige IPCC rapport uit 2013?

Vergeleken met het vorige IPCC-rapport zijn de zeespiegelgetallen niet eens verschrikkelijk veel veranderd. Maar doordat we steeds beter begrijpen hoe alle processen reageren op toenemende temperaturen worden de zeespiegelscenario’s ook steeds preciezer. Zo kunnen we nu concreet maken wat de verwachte bijdrage van Antarctica aan de zeespiegelstijging zal zijn voor verschillende broeikasgas-scenario’s, terwijl dit in het vorige rapport nog niet kon.

Over het gehele rapport bekeken zijn er twee dingen veranderd: ten eerste een focus op de gevolgen van klimaatverandering op extreme weersomstandigeheden, en ten tweede meer regionale informatie. Dit komt bijvoorbeeld terug in de ‘Interactive Atlas’, waar iedereen zelf kan bekijken wat de regionale veranderingen zijn, zowel waargenomen veranderingen als toekomstprojecties: https://interactive-atlas.ipcc.ch/. Ook zijn er samenvattingen gemaakt met de belangrijkste veranderingen per continent, de zogenaamde ‘regional fact sheets’.

3. Stijgt de zeespiegel overal even snel?

De zeespiegelstijging is niet overal ter wereld hetzelfde: er zijn grote regionale verschillen. Niemand woont aan de wereldgemiddelde zeespiegelstijging. Hoe snel op iedere plek de zeespiegel gaat stijgen hangt af van de opwarming en stroming van de oceaan, de ligging op aarde ten opzichte van de gletsjers en ijskappen, en ook van de lokale bodembeweging. Voor ons in Noord-Europa is bijvoorbeeld het smelten van Antarctica extra relevant omdat we hier nog eens zo’n 10% bovenop de wereldgemiddelde zeespiegelstijging van Antarctica gaan ervaren. Dit komt door het zwaartekrachtseffect. Alle massa op aarde trekt elkaar aan, en daardoor trekt de ijsmassa op Antarctica als het ware het oceaanwater naar zich toe. Als er ijs smelt op Antarctica, dan wordt de daar dus aantrekkingskracht minder, waardoor de zeespiegel in de buurt van Antarctica daalt. Maar bij ons, aan de andere kant van de wereld, stijgt hierdoor de zeespiegel juist meer dan gemiddeld.

Figuur uit het IPCC rapport. In de grafieken zie je de bijdrage van verschillende processen aan wereldgemiddelde zeespiegelstijging (in meters) als functie van de tijd voor twee berekende scenario’s (binnen het blauwe en rode kader). De kaarten daaronder geven de regionale bijdragen van deze processen aan zeespiegelverandering, ten opzichte van 1995-2014. Hier zie je dat er regionale verschillen zijn die bijdragen aan de stijging van het zeeniveau in 2100 ten opzichte van 1995-2014 voor de twee genoemde twee scenario’s. Voor beide modellen is de verticale landbeweging hetzelfde gehouden.

4. Waarom is zeespiegelstijging een probleem?

Je kunt Nederland zien als een badkuip, waar wij op de bodem wonen en waar het water aan de buitenkant steeds hoger tegenaan komt te staan. Hoe dichter het water bij de rand komt, hoe groter de kans op overstromingen bij stormen. En dat is precies het probleem: door zeespiegelstijging neemt de kans op extreem hoogwater toe. Waterhoogtes die we nu gemiddeld maar eens per 100 jaar meemaken gaan we daardoor veel vaker zien: aan de Nederlandse kust wordt dit iedere 2 tot 10 jaar tegen het jaar 2100. Voor de Oosterscheldekering of de Maeslantkering zal de stijgende zeespiegel betekenen dat ze (veel) vaker dan nu dicht moeten gaan om overstromingen vanuit zee te voorkomen. Maar het is helemaal niet de bedoeling dat de keringen veel vaker dicht gaan, omdat dat weer gevolgen heeft voor bijvoorbeeld de scheepvaart of de natuur. Ook zorgt het sluiten ervoor dat rivieren hun water niet kwijt kunnen in zee, waardoor er overstromingsrisico vanuit de rivier ontstaat. Andere gevolgen van zeespiegelstijging zijn bijvoorbeeld verzilting van het grondwater en drinkwater, omdat de grens van zoet en zout water landinwaarts gaat schuiven.

5. Kunnen we het nog stoppen?

Ook na het jaar 2100 zal de zeespiegel nog lang blijven stijgen, maar het onderzoek dat beschreven wordt in het IPCC rapport laat zien dat de hoeveelheid en snelheid van de zeespiegelstijging sterk bepaald wordt door de uitstoot van broeikasgassen vanaf nu. Hoe sneller de uitstoot van broeikasgassen wordt teruggedrongen, hoe minder snel de zeespiegel zal stijgen, en hoe meer tijd er is om eventuele maatregelen te nemen.

Meer lezen?

Het gehele rapport, de samenvatting voor beleidsmakers en regionale informatie is te vinden via www.ipcc.ch/report/ar6/wg1/.


Dr. Aimée Slangen van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) is een van de vijf Nederlandse auteurs, en zij is de hoofdauteur voor het onderwerp zeespiegelstijging samen met Robert Kopp uit de Verenigde Staten.